Als ouder heb je de medewerking van je kinderen nodig. Medewerking betekent samen aan iets werken om het te bereiken of samen streven naar een doel. Jij en je kinderen moeten samen wonen en als je hun medewerking hebt, zullen de zaken voor jou en voor hen een stuk beter verlopen. Hier zijn een paar dingen die je kunt doen, en ook wat dingen die je niet zou moeten doen, om die medewerking te verkrijgen.

Om de medewerking van je kind te verkrijgen, moet je eerst met hem praten over wat hij wil. Als je je kind dwingt om iets te doen, zoals een muziekinstrument te bespelen, zal zijn vermogen om dat instrument te bespelen niet verbeteren. Maar als je eerst met hem erover praat en hem vraagt wat hij ervan denkt om een instrument te bespelen of welk instrument hij leuk vindt, dan zou hij het er misschien mee eens zijn dat het voor hem een goede zaak zou zijn om te weten hoe je er een bespeelt.

Proberen je kind over te halen door omkoping (hem dingen aan te bieden in ruil voor zijn medewerking) is het verkeerde om te doen. Je maakt een grote vergissing als je zegt: “Ik zal je een snoepje geven als je dit doet.” Zo’n manier van overhalen werkt niet. Evenzo, als je tegen je kind zei, “Hé, zou je het niet leuk om naar je kamer te gaan en andere kleren aan te doen?”, zou je heel goed “Nee!” als antwoord kunnen krijgen. Kinderen houden er niet van om te horen wat ze wel of niet willen doen, dus deze manier van overhalen werkt ook niet.

In plaats van overhalen, kun je een van deze twee dingen doen: je kunt soepel controle over je kind uitoefenen en hem positief sturen en met hem werken en hem op die manier zover krijgen dat hij doet wat je hem vroeg te doen – met gebruik van heel veel communicatie die tussen jou en het kind heen en weer gaat – of je kunt het kind gewoon met rust laten. Een andere mogelijkheid is er niet. Kinderen houden er niet van als er niet met ze gesproken wordt of als er niet om hun gedachten over iets wordt gevraagd.

Je kind zal daar goed op reageren en een positieve reactie op goede controle en goede communicatie hebben. Wanneer je dus met je kind praat en als je eraan werkt om met hem te communiceren en dingen probeert te vinden waar jij en hij over kunnen instemmen, en als je hem liefde geeft en zorg voor hem draagt, kun je hem allerlei dingen laten doen.

Je kunt je kind bijvoorbeeld vragen om eenvoudige dingen te doen, zoals de vloer of zijn hoofd aanraken of naar jou wijzen of de tafel in de kamer vinden. Hij kan misschien een beetje aanrommelen, maar eventjes later zal hij doen wat je hem vraagt te doen. Als je dan zegt, “Laten we gaan eten”, zal hij het doen.

De verandering komt tot stand omdat je kind ontdekt dat de dingen die je hem zegt te doen, niet per se afdoen aan zijn eigen bereidheid om mee te werken. Dus zijn je instructies niet gevaarlijk voor hem. Daarom kunnen jij en het kind samen iets voor elkaar krijgen.

Als je altijd je kind maar laat doen wat hij wil, zal het niet goed met hem gaan en zal hij niet in staat zijn om gemakkelijk met andere mensen te communiceren of samen te werken. Als je wilt dat je kind iets doet, is de oplossing niet hem gewoon maar te laten doen wat hij aan het doen is en je niet met hem te bemoeien of zijn daden of gedrag onder controle te houden.

Bijvoorbeeld, wanneer het tijd is om naar bed te gaan, zou je kind soms kunnen zeggen, “Ik wil met jou opblijven”, en er dan op staan te laten zien dat hij het vermogen heeft om te kiezen wat hij wil doen.

Wat kun je dan doen?

Om het gewenste resultaat te verkrijgen, moet je je kind in communicatie krijgen. Als je zegt, “Goed, het is nu tijd voor je om naar bed te gaan”, en hij zegt, “Nee”, blijf dan niet op dat onderwerp. Laat het met rust en praat gewoon over iets anders. Je zou kunnen vragen, “Wat heb je vandaag gedaan?”, en wanneer hij antwoordt, vraag je: “Waar was dat?” En dan houd je gewoon het gesprek gaande, en vraagt hem, “Hoe?” of “O, echt waar? Is dat zo?” En wanneer je dan een tijdje met hem gecommuniceerd hebt, vraag je hem, “Wel, zullen we naar bed gaan?” en het antwoord van het kind zal zijn “Oké.”

Het punt hier is dat je ze niet hoeft te dwingen. Je hoeft geen cadeautjes aan te bieden of te proberen hem over te halen. Gebruik in plaats daarvan communicatie met je kind en je zult in staat zijn om hem te laten doen wat je wilt dat hij doet.

Wees niet bang om controle te gebruiken, maar gebruik geen dwang. En als je hiermee doorgaat, zal je kind feitelijk naar jou beginnen te kijken voor leiding. Maar als je hem die leiding niet geeft, zal hij denken dat je niet om hem geeft.

Om de medewerking van je kind te verkrijgen en hem te helpen het goed in het leven te doen terwijl hij opgroeit, zijn goede controle en communicatie nodig.