Extraversie en Introversie
Introversie betekent te geconcentreerd naar binnen kijken.
Extraversie betekent in staat zijn om naar buiten te kijken.
Een extraverte persoon is iemand die in staat is om in het gebied waar hij woont of werkt om zich heen te kijken. Een geïntroverteerde persoon is alleen maar in staat om in zichzelf te kijken.
Iemand die in staat is de wereld om zich heen te bekijken en die zeer werkelijk en zeer helder ziet, bevindt zich uiteraard in een extraverte toestand. Met andere woorden, hij kan “naar buiten kijken”. Hij kan ook werken. Hij kan dingen zien die moeten worden aangepakt en die dingen aanpakken en beheersen die hij moet aanpakken en beheersen. Tegelijkertijd kan hij besluiten om te staan kijken naar wat hij niet hoeft te beheersen en daarin geïnteresseerd zijn.
Iemand die introvert is, is waarschijnlijk al enige tijd geleden het punt van uitputting gepasseerd. Hij heeft zijn aandacht op zichzelf (zijn aandacht zit op oude verwondingen die nog steeds in staat zijn om hem zich slecht te laten voelen). Dit kan maar doorgaan en doorgaan totdat de persoon altijd naar binnen kijkt en niet meer naar buiten. Hij is aan het vermijden om naar vaste voorwerpen om hem heen te moeten kijken, zoals de muren, de vloer, bureaus, auto’s, enz. De mensen en dingen om hem heen komen hem onwerkelijk voor.
Laten we nu het eigenlijke onderwerp werk bekijken. Werk is het wijden van aandacht en actie aan mensen of voorwerpen die zich in een ruimte bevinden.
Als iemand niet meer in staat is om rechtstreeks naar mensen of voorwerpen of de ruimte waarin zij zich bevinden te kijken, begint hij een “verloren” gevoel te krijgen. Het is net alsof hij in een soort van nevel of heel lichte mist rondloopt. Dingen zijn niet werkelijk voor hem en hij heeft geen controle over de dingen die zich in zijn buurt bevinden. Hij krijgt ongelukken, hij heeft pech en voorwerpen keren zich tegen hem omdat hij ze gewoon niet correct gebruikt, correct onder controle heeft of zelfs maar correct waarneemt. Zo’n persoon ziet de toekomst zeer somber in – soms zo somber dat hij die niet onder ogen kan zien. Zo iemand zou ernstig introvert kunnen worden genoemd.
Op het werk zit de aandacht van de geïntroverteerde persoon vast op voorwerpen die gewoonlijk hoogstens een meter van hem zijn verwijderd. Hij besteedt de meeste aandacht aan zaken binnen handbereik, zoals pennen, boeken, computers, mobieltjes, enz. Hierdoor wordt zijn aandacht afgehaald van extraversie en laat hem nu naar een plek dicht bij de voorkant van zijn gezicht kijken. Zijn aandacht raakt gefixeerd. Als de dingen waar hij mee werkt lijken op een oude verwonding of operatie, is hij geneigd een slechte herinnering naar boven te halen – hij krijgt dan de pijnen, kwalen en het gevoel van vermoeidheid of van hopeloosheid die hij tijdens dat moment van verwonding had. Omdat zijn aandacht voortdurend op dit gebied in zijn leven is gefixeerd, begint hij vervolgens vaak alleen te kijken naar de eerdere ongelukken en slechte momenten die hij heeft meegemaakt, zelfs wanneer hij niet werkt.
Laten we als voorbeeld een accountant bij een bedrijf nemen. Hij kijkt voortdurend naar boeken en computers en stukjes papier op een vaste afstand van zijn ogen. Na een tijdje kan hij nog slechts dingen dicht bij hem zien en heeft hij een bril nodig om verder weg te zien. Zijn ogen vestigen zich het gemakkelijkst op een punt dat op zekere afstand ligt. Vervolgens, terwijl hij nu daar zijn aandacht op fixeert, begint hij zich zelfs daar van terug te trekken, totdat hij na een tijdje zelfs zijn eigen beeldscherm niet meer geheel kan bereiken. Hij moet een sterkere bril gaan dragen, zodat hij kan het beeldscherm duidelijker kan zien. Zijn gezichtsvermogen en aandacht komen in grote mate op hetzelfde neer – beide slecht en gaan achteruit.
Iemand die met een machine, computer, boeken of voorwerpen werkt en die ze altijd op een vaste afstand heeft, probeert na zijn werk zijn aandacht precies daar gevestigd te houden waar zijn werk ook was. Met andere woorden, zijn aandacht verlaat eigenlijk nooit helemaal zijn werk. Hoewel hij naar huis gaat, “zit hij eigenlijk nog altijd op kantoor”. Zijn aandacht is nog steeds op het gebied van zijn werk gevestigd. Nogmaals, als het gebied waar hij werkte en zijn huis overeenkomen met een verwonding of ongeval (en wie heeft er niet ten minste een van die dingen?), begint hij zich zwak of moe te voelen.
Bestaat hier een oplossing voor? Alleen een getrainde Scientologist zou dit probleem volledig kunnen verhelpen, maar de werkende persoon kan er wel iets aan doen.
Ongeacht of je nu boekhouder, kantoorbediende, leidinggevende of iemand die een machine bedient bent, het verkeerde om te doen is na het werk naar huis gaan, gaan zitten en je aandacht op een voorwerp fixeren dat zich min of meer op dezelfde afstand bevindt als dat ene voorwerp waar je op het werk voortdurend naar kijkt.
Zo zou het bijvoorbeeld voor een ploegbaas, die in een werkplaats de leiding heeft over een groep mannen en die voortdurend op een bepaalde afstand tegen zijn mannen praat en ze opdrachten geeft, verkeerd zijn om naar huis te gaan en op dezelfde afstand tegen zijn vrouw te gaan praten. Voor ze het weet zal ze opdrachten krijgen alsof ze tot zijn werkplaats behoorde!
En het is nog slechter om naar huis te gaan, een krant te gaan zitten lezen, iets te eten en dan naar bed te gaan. Als iemand het patroon volgt dat hij de hele dag werkt en dan ’s avonds met een boek of krant gaat zitten “uitrusten”, zal hij zich vroeg of laat beslist totaal uitgeput voelen. En na verloop van tijd zal hij zelfs onder dat niveau terechtkomen en zich niet eens meer verwonderen over zijn tegenzin om dingen te doen die hem ooit heel gemakkelijk afgingen.
Kun je iets doen wat wel juist is? Jazeker, dat kun je. Iemand die zijn aandacht bij het werk voortdurend op het een of andere voorwerp gefixeerd houdt of op een bepaalde afstand van zijn ogen, zou zijn aandacht na de werkdag ergens anders op moeten fixeren.
in het Dagelijks Werk opnieuw en test dan opnieuw je begrip ervan.