Niets blijft hetzelfde
In dit universum blijft niets hetzelfde. Dingen worden ofwel beter of slechter. Ze gaan omhoog of ze gaan naar beneden.
Als je een auto langs de kant van de weg parkeert en je er nooit in rijdt of hem niet onderhoudt, zal hij na verloop van tijd niet meer starten en ten slotte uit elkaar vallen.
Nog een voorbeeld – een boom. Óf hij groeit, óf hij gaat langzaam dood.
Zelfs objecten die onveranderlijk lijken te zijn, zoals een muur, storten uiteindelijk in elkaar, als ze maar lang genoeg aan hun lot overgelaten worden.
Het feit dat iets beter of slechter gaat, maakt deel uit van het leven zelf.
Het doet er niet toe wat voor object het is – of het nu een auto, een boom, een muur of wat dan ook
Bestaan betekent leven of zijn. Het is de manier waarop iets of iemand is.
Deze niveaus van bestaan worden de condities genoemd.
Zo bevindt iemand zich altijd op een bepaald niveau van bestaan, oftewel een conditie. Zijn conditie wordt beter of slechter.
Condities kunnen ook op groepen worden toegepast. Het kan zijn gezin, een club of team zijn waar hij deel van uitmaakt, zijn zaak, kerk, enz. Een groep kan elke omvang hebben, van klein tot erg groot. En de groepen waar iemand deel van uitmaakt, bevinden zich altijd op een bepaald niveau van bestaan. Verder wordt de conditie van die groep beter of slechter.